◄ Terug naar het overzicht
Vertrouwenspersoon
Waarom ben je destijds vertrouwenspersoon geworden?
“Ik werd gevraagd, maar ik weet eigenlijk niet meer door wie. De functie sloot goed aan bij mijn werk als sociaal raadsman en de activiteiten die ik voor de OR en de vakbond deed.”

Wat is belangrijk aan de rol van een vertrouwenspersoon?
“Soms kom je als medewerker klem in een arbeidssituatie en weet je niet goed wat je daarmee aan moet. Een vertrouwenspersoon biedt de mogelijkheid om te sparren en dat kan lucht geven. Dan fungeer je als klankbord. Niet alle problemen moet je formeel benaderen, een eenvoudige interventie kan ook al voldoende zijn.”

Hoe kijk je er op terug?
“Ik vind het spanningsveld tussen werkgever en werknemers heel interessant. Vaak kun je problemen van medewerkers herleiden tot iets wat in de organisatie niet goed loopt. Dat was enkele jaren geleden bijvoorbeeld het geval bij de sociale werkvoorziening BGS. Wij kregen zoveel klachten, dat wij als vertrouwenspersonen een signaal hebben afgegeven bij de directie. Dat had heel veel impact. Ik heb toen zelf ook wel wat slapeloze nachten gehad.”
Waarom ben je destijds vertrouwenspersoon geworden?
“Er was een interne vacature en daar heb ik op gesolliciteerd. Eigenlijk wist ik niet precies wat ik kon verwachten; ik ben er gewoon ingedoken. Tijdens de opleiding die ik kreeg, kon ik nog beslissen of ik door wilde gaan, maar ik vond het leuk, leerzaam en dankbaar werk.”

Wat is belangrijk aan de rol van een vertrouwenspersoon?
“Het is goed dat er iemand is waar de medewerker met vragen en onzekerheden terecht kan. Een vertrouwenspersoon kan in zulke gevallen informatie of hulp bieden. Ik vond het altijd belangrijk om iedereen te woord te staan, ook al vielen sommige zaken eigenlijk buiten het terrein van de ongewenste omgangsvormen.”

Hoe kijk je er op terug?
“De functie van vertrouwenspersoon stond ver af van mijn dagelijkse werkzaamheden, maar dat vond ik juist aantrekkelijk. Ik kwam met veel verschillende collega’s in aanraking en het was fijn om hen te kunnen helpen. Soms waren dingen ook best confronterend. Je realiseert je dat mensen van alles kan overkomen en je gaat dan toch denken: wat zou ik doen als mij dat zou gebeuren? Hoe zou ik daar mee omgaan? In die zin had het ook een leereffect op mij.”